ECLI:NL:GHAMS:2022:423

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-001049-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in een diefstalzaak

Op 17 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. Het hoger beroep was ingesteld tegen een vonnis dat op 15 april 2021 was gewezen in de zaak tegen de verdachte, die op 19 maart 2021 in Amsterdam een diefstal had gepleegd. De verdachte, geboren in 1997, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier dagen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren, waarvan de tenuitvoerlegging is opgeschort, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de toepasselijke artikelen uit het Wetboek van Strafrecht genoemd, waaronder de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310. De uitspraak is gedaan door mr. H.M.J. Quaedvlieg, in bijzijn van griffier J.L. Sterkenburg.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-077816-21
parketnummer hoger beroep : 23-001049-21
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 27 december 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 april 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
gepleegd
op 19 maart 2021 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) dagen.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. H.M.J. Quaedvlieg, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. H.M.J. Quaedvlieg