ECLI:NL:GHAMS:2022:440
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen
- J.L. Sterkenburg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte na intrekking van het hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland op 25 mei 2021. De verdachte, die geen bekende woon- of verblijfplaats heeft, heeft op 25 januari 2022 een akte ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit betekent dat hij zijn eerder geformuleerde bezwaren tegen het vonnis intrekt. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, in aanwezigheid van griffier J.L. Sterkenburg.