ECLI:NL:GHAMS:2022:445
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen
- J.L. Sterkenburg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte na intrekking van het hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte had op 12 juli 2021 een vonnis gekregen, maar heeft op 24 januari 2022 een akte ingediend waarin hij zijn hoger beroep introk. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven, wat betekent dat hij zijn eerder geformuleerde bezwaren tegen het vonnis intrekt. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, is er geen rechtens te respecteren belang dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Daarom heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, met J.L. Sterkenburg als griffier.