ECLI:NL:GHAMS:2022:497

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
23-004617-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens het niet handhaven van grieven tegen het vonnis

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Amsterdam op 17 december 2019. De verdachte, geboren in 1968, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, maar heeft zijn grieven tegen dit vonnis niet langer gehandhaafd. Tijdens de zitting van 4 februari 2022 heeft de raadsvrouw van de verdachte het hof verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, aangezien er geen rechtens te respecteren belang meer was dat een verder onderzoek rechtvaardigde. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die ook tot niet-ontvankelijkheid had gepleit. De zaak was eerder al aan de orde gekomen op 8 september 2021, maar de verdachte heeft sindsdien zijn bezwaren tegen het vonnis laten varen. Het hof heeft, gehoord de advocaat-generaal, besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, omdat er geen aanleiding was voor verder onderzoek. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 februari 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004617-19
datum uitspraak: 4 februari 2022
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 december 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13698857-15 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 februari 2022.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in zijn hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De zaak van de verdachte is eerder in hoger beroep aan de orde gekomen op de zitting van 8 september 2021.
Per email-bericht van 20 december 2021 heeft de raadsvrouw van de verdachte medegedeeld dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft. Ter terechtzitting in hoger beroep van heden heeft de raadsvrouw het hof verzocht de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep. Nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte, gehoord de advocaat-generaal, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. D. Radder en mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. A.S. de Bruin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 februari 2022.
Mr. D. Radder is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.