ECLI:NL:GHAMS:2022:813

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
18 maart 2022
Zaaknummer
23-002194-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens intrekking door verdachte

Op 1 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 16 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan, maar op 28 februari 2022 een akte heeft ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit betekent dat de verdachte zijn eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis intrekt. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. V.M.A. Sinnige, met mr. S.K. van Eck als griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-149280-21
parketnummer hoger beroep : 23-002194-21
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 maart 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 juli 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen:
geboren: op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 28 februari 2022 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren (zoals staan vermeld in het proces-verbaal van de rolzitting in hoger beroep van 29 oktober 2021) in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. V.M.A. Sinnige, in bijzijn van mr. S.K. van Eck, griffier.
mr. V.M.A. Sinnige