ECLI:NL:GHAMS:2022:833
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis met aanvullende strafmotivering in hoger beroep tegen jeugdige verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 november 2021. De zaak betreft een jeugdige verdachte, geboren in 2002, die momenteel gedetineerd is in een justitiële jeugdinrichting. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met een aanvullende strafmotivering. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde maatregel opgelegd zou krijgen als in eerste aanleg, en het hof heeft deze vordering onderschreven.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 februari 2022 is er door de verdediging, mede namens de William Schrikker Stichting, een nieuwe mogelijkheid gepresenteerd voor een voorwaardelijke PIJ-maatregel. Dit zou een programma zijn dat in Marokko zou beginnen en daarna in Nederland voortgezet zou worden. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze optie niet voldoende tegemoetkomt aan de noodzaak van een gesloten en gestructureerde setting, die essentieel is voor de maatschappelijke veiligheid en de behandeling van de verdachte.
Het hof heeft geconcludeerd dat de ernst van de misdrijven en eerdere veroordelingen van de verdachte een intensieve monitoring en behandeling vereisen. Daarom is het verzoek om het onderzoek te schorsen en deze nieuwe mogelijkheid nader te onderzoeken afgewezen. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de aanvullende overwegingen.