ECLI:NL:GHAMS:2022:869

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
22 maart 2022
Zaaknummer
001173-21 (552a Sv)
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift tot opheffing van beslag en teruggave van inbeslaggenomen goederen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift van klager, geboren op [geboortedag] 2001, die verzocht om opheffing van het beslag op zijn bromfiets en een geldbedrag van € 1.211,35. Het klaagschrift is op 31 december 2021 ingediend en de advocaat-generaal heeft op 14 februari 2022 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer is klager niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.

Het beslag was gelegd op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, in het kader van een strafzaak waarin klager verdacht werd van overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Klager was in eerste aanleg op 3 december 2021 vrijgesproken door de politierechter, en het openbaar ministerie had op 16 december 2021 appel ingesteld tegen dit vonnis. De raadsman van klager pleitte voor teruggave van de inbeslaggenomen goederen, stellende dat er geen gronden meer waren voor het voortduren van het beslag, nu klager was vrijgesproken en er geen nieuwe feiten waren.

De advocaat-generaal steunde de teruggave, en het hof concludeerde dat het belang van strafvordering niet meer vorderde dat het beslag voortduurde. Het hof oordeelde dat er geen aanwijzingen waren dat een ander als rechthebbende op de voorwerpen moest worden beschouwd. Daarom verklaarde het hof het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de bromfiets en het geldbedrag aan klager. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
rekestnummer: 001173-21 (552a Sv)
parketnummer in eerste aanleg: 13-315873-20
parketnummer in hoger beroep: 23-003343-21
Beschikking op het klaagschrift op de voet van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. C.C.J. Tuip,
Verrijn Stuartweg 1, 1112 AW te Diemen.

1.Inhoud klaagschriftHet klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag met last tot teruggave aan klager van het hierna genoemde voorwerpen:

- een bromfiets van het merk Piaggio Vespa Sprint met kenteken [kenteken]
- een geldbedrag van € 1.211,35.

2.2. ProcesgangHet klaagschrift is op 31 december 2021 bij het hof ingekomen.

Op 14 februari 2022 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het openbaar ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken in de strafzaak onder bovengenoemd parketnummer en heeft de advocaat-generaal en de raadsman van klager op 8 maart 2022 ter gelegenheid van de openbare behandeling van het klaagschrift in raadkamer gehoord. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

3.3. Beoordeling

Het beslag in de strafzaak met voormeld parketnummer is onder klager gelegd op grond van artikel 94 Sv.
Klager werd in de strafzaak met voormeld parketnummer -kort gezegd- verdacht van overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 (zich zodanig op de weg gedragen dat gevaar/hinder ontstaat/kan ontstaan).
In eerste aanleg is klager door de politierechter op 3 december 2021 vrijgesproken van het tenlastegelegde in de strafzaak met voormeld parketnummer. Het openbaar ministerie heeft op 16 december 2021 tegen dit vonnis appel ingesteld.
De raadsman van klager heeft teruggave aan klager bepleit en aangevoerd dat nu klager door de politierechter is vrijgesproken én voorts geen sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die maken dat de politierechter ten onrechte tot deze beslissing is gekomen maakt dat er geen gronden (meer) bestaan om de bromfiets en het geldbedrag van klager langer in beslag te houden. Verder is klager ook van mening dat billijkheidsgronden zich verzetten tegen een langere inhouding van de bromfiets en bestaan er thans geen concrete aanwijzingen waaruit zou volgen dat het inbeslaggenomen geldbedrag – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen de teruggave van de hierboven genoemde inbeslaggenomen goederen.
Het hof is met de advocaat-generaal en de raadsman van oordeel dat het belang van strafvordering het voortduren van het beslag niet meer vordert en nu overigens niet is gebleken dat een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van de voorwerpen moet worden beschouwd, zal het hof de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen gelasten aan klager

4.4. BeslissingHet hof:

Verklaart het klaagschrift gegrond
Gelast de teruggave van aan klager van onderstaande goederen:
- een bromfiets van het merk Piaggio Vespa Sprint met kenteken [kenteken]
- een geldbedrag van € 1.211,35.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan klager.
Deze beschikking is gegeven door de enkelvoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting had mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 8 maart 2022.