In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 15 november 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 20 april 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter in grote lijnen bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal gemakkelijker te maken, en dat dit feit op de openbare weg is gepleegd door twee of meer verenigde personen. De politierechter had een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, wat het hof passend achtte.
Het hof heeft de gronden van het vonnis aangepast en de bewijsmiddelen verder uitgewerkt. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde is vernietigd, maar het hof bevestigt het vonnis voor het overige. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 mei 2023.