ECLI:NL:GHAMS:2023:1017

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
23-003119-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en gedeeltelijke vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake diefstal met geweld

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 15 november 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 20 april 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter in grote lijnen bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal gemakkelijker te maken, en dat dit feit op de openbare weg is gepleegd door twee of meer verenigde personen. De politierechter had een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, wat het hof passend achtte.

Het hof heeft de gronden van het vonnis aangepast en de bewijsmiddelen verder uitgewerkt. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde is vernietigd, maar het hof bevestigt het vonnis voor het overige. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 mei 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003119-22
datum uitspraak: 4 mei 2023
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 november 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-244309-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde, in zoverre zal het vonnis worden vernietigd. Daarnaast past het hof de gronden van het vonnis aan op de manier zoals hieronder is weergegeven.

Bewijs

Het hof laat de volgende passage weg op pagina 6 van het vonnis onder kopje “Bewijsoverweging”:
“Ter zitting heeft de politierechter op de camerabeelden waargenomen dat verdachte zich vervolgens omdraaide en de ketting in zijn mond leek te stoppen, waarna er bewegingen met de tong in zijn mond te zien waren”.
Het hof zal de gronden van het vonnis aanvullen door de gebruikte bewijsmiddelen uit te werken na het eventueel instellen van beroep in cassatie in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Straf

Het hof vult de laatste zin onder het kopje “De op te leggen straf”, op pagina 7 van het vonnis, inhoudende “
de politierechter vindt het passend om een gevangenisstraf van zes maanden op te leggen”als volgt aan (aanvulling onderstreept):
“(…) passenden gebodenom (…)”.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigthet vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaarthet bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bevestigthet vonnis waarvan beroep voor het overige met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. A.W.T. Klappe en mr. B.E. Dijkers, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 mei 2023.
mr. A.W.T. Klappe is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.