ECLI:NL:GHAMS:2023:1131

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
23-003101-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende winkeloverval in vereniging met vuurwapens en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999 en thans gedetineerd, was betrokken bij een gewapende overval op een winkel in Amsterdam op 17 april 2021. Tijdens deze overval zijn iPhones gestolen en zijn de slachtoffers, werkzaam in de winkel, onder bedreiging met vuurwapens gedwongen tot afgifte van goederen. De verdachte ontkende betrokkenheid bij de overval, maar het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn rol als medepleger. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wapens heeft geleverd en het vervoer naar de plaats delict heeft geregeld. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een meldplicht. Daarnaast is er een schadevergoeding van € 1.930,00 toegewezen aan de benadeelde partij, de winkel.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003101-21
datum uitspraak: 26 april 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 november 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-106223-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1999,
thans gedetineerd in [detentieadres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (beiden werkzaam en aanwezig in winkel [winkel01] , (filiaal [adres01] ) heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan de [winkel01] toebehoorde, door (in voornoemde winkel)
- een of meer vuurwapens, in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en), aan voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van en/of tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of
- voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (aldus) te dwingen, althans te bewegen om een deur en/of een kluis te openen en/of voornoemde telefoons in een tas te stoppen en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te zeggen: “Schiet op” en/of “Blijf hier” en/of “Ik wil dozen, vullen, vul deze tas” en/of “Blijf in deze ruimte”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan winkel [winkel01] (filiaal [adres01] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (beiden werkzaam en aanwezig in voornoemde winkel), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door (in voornoemde winkel)
- een of meer vuurwapens, in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en), aan voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van en/of tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of
- voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (aldus) te dwingen, althans te bewegen om een deur en/of een kluis te openen en/of voornoemde telefoons in een tas te stoppen en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te zeggen: “Schiet op” en/of “Blijf hier” en/of “Ik wil dozen, vullen, vul deze tas” en/of “Blijf in deze ruimte”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (beiden werkzaam en aanwezig in winkel [winkel01] , (filiaal [adres01] ) heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan [winkel01] toebehoorde, door (in voornoemde winkel)
- een of meer vuurwapens, in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en), aan voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van en/of tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of
- voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (aldus) te dwingen, althans te bewegen om een deur en/of een kluis te openen en/of voornoemde telefoons in een tas te stoppen en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te zeggen: “Schiet op” en/of “Blijf hier” en/of “Ik wil dozen, vullen, vul deze tas” en/of “Blijf in deze ruimte”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij verdachte op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van voornoemde misdrijf heeft verschaft door aan voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of diens mededader(s) een of meer (vuur)wapens(s) te leveren waarmee voornoemde overval kon worden gepleegd en/of met voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of diens mededader(s) te bespreken op welke wijze voornoemde overval kon worden gepleegd en/of door vervoer te regelen naar en van de plek van de overval en/of door af te spreken na de overval en/of omtrent de verdeling van de buit;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte01] en/of die [medeverdachte02] en/of zijn/haar mededader(s) en/of verdachte toebehoorde(n), te weten aan [winkel01] (filiaal [adres01] ), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (beiden werkzaam en aanwezig in voornoemde winkel), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door (in voornoemde winkel)
- een of meer vuurwapens, in elk geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en), aan voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te tonen en/of voor te houden en/of te houden in de richting van en/of tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of
- voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] (aldus) te dwingen, althans te bewegen om een deur en/of een kluis te openen en/of voornoemde telefoons in een tas te stoppen en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te zeggen: “Schiet op” en/of “Blijf hier” en/of “Ik wil dozen, vullen, vul deze tas” en/of “Blijf in deze ruimte”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van voormeld misdrijf heeft verschaft, doordoor aan voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of diens mededader(s) een of meer (vuur)wapens(s) te leveren waarmee voornoemde overval kon worden gepleegd en/of met voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of diens mededader(s) te bespreken op welke wijze voornoemde overval kon worden gepleegd en/of door vervoer te regelen naar en van de plek van de overval en/of door af te spreken na de overval en/of omtrent de verdeling van de buit;
2.
hij op of omstreeks 17 april 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een gaspistool van het merk Walther, type P99, kaliber 9 mm P.A.K. en/of
- een gaspistool van het merk Zoraki, model 917, kaliber 9mm P.A.K. en/of
- een gasrevolver van het merk Record, model Chief '4", kaliber 9mm Rand Knal
zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- een of meer patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm Knal en/of
- vijf, althans een of meer patronen van het merk Walther, kaliber 9mm Rand Knal en/of
(aangetroffen in een pand, gelegen aan/bij de [adres02] )
- 32, althans een of meer patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm Knal en/of
- 44, althans een of meer patronen van het merk Walther, kaliber 9mm Rand Knal,
voorhanden heeft/hebben gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Bewijsoverweging feit 1

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht de verdachte vrij te spreken van hetgeen hem onder 1 is ten laste gelegd. De verdachte ontkent op enigerlei wijze betrokken te zijn geweest bij hetgeen bij de [winkel01] is voorgevallen. Hij wist niet dat er een overval zou gaan plaatsvinden. Hij had slechts de instructie gekregen gaspistolen over te dragen. Hij heeft geen telefonisch contact gehad met de medeverdachten [medeverdachte02] en [medeverdachte01] . Evenmin heeft hij een adres aan de door hem geregelde snorder [getuige01] gegeven waar [medeverdachte02] en [medeverdachte01] naartoe moesten worden gebracht. De verklaring van [getuige01] op dit punt is niet eenduidig en is daarmee onvoldoende betrouwbaar. Het afgeven van de gaspistolen en het regelen van een taxi levert geen medeplegen op. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte was niet van voldoende gewicht. Hij heeft een zeer beperkte rol in de voorbereiding gehad, is niet betrokken geweest bij het bedenken en de planning van het feit en stuurde niemand aan. In de woning heeft met name de medeverdachte [medeverdachte03] contact gehad met [medeverdachte02] en [medeverdachte01] . Gelet op de chat-conversaties afkomstig van de telefoon van [medeverdachte03] , ligt het meer voor de hand dat [medeverdachte03] [medeverdachte02] in de woning heeft geïnstrueerd. De verdachte heeft bij de terugkomst van [medeverdachte02] en [medeverdachte01] bij de flat een deel van de buit aangeraakt, maar heeft zich niets toegeëigend. Ook is geen sprake van medeplichtigheid. Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wist dat een overval zou worden gepleegd.
Het hof overweegt als volgt.
Op 17 april 2021 vond een gewapende overval plaats op de [winkel01] winkel aan de [adres01] in Amsterdam. Hierbij zijn iPhones weggenomen. De medeverdachten [medeverdachte02] en [medeverdachte01] hebben bekend deze overval te hebben gepleegd. Voorafgaand aan de overval zijn zij naar de woning van de verdachte aan de [adres02] gegaan. Uit camerabeelden volgt dat de verdachte de ochtend van de overval in de woonkamer aanwezig was en dat [medeverdachte02] binnenkwam. [medeverdachte02] had een rugtas in zijn handen. Een aantal minuten later kwamen de medeverdachten [medeverdachte03] en [medeverdachte01] binnen. Vervolgens verlieten zij alle vier de woning, waarna zij in de centrale hal van het gebouw stonden. De verdachte liep met [medeverdachte02] en [medeverdachte01] achter hem aan naar buiten en kwam even later weer alleen terug. Ruim een half uur later is te zien dat de verdachte en [medeverdachte03] naar buiten liepen en bleven wachten. Vervolgens liepen zij met [medeverdachte02] en [medeverdachte01] naar binnen. De snorder [getuige01] was degene die [medeverdachte02] en [medeverdachte01] van de [adres02] richting de [winkel01] winkel heeft gereden en hen na de overval weer terug naar de [adres02] heeft gereden. Op de twaalfde verdieping van het wooncomplex aan de [adres02] zijn tassen met daarin drie vuurwapens en verschillende buitgemaakte telefoons aangetroffen. Op meerdere van de telefoondoosjes zijn de dactyloscopische sporen van de verdachte aangetroffen.
De medeverdachte [medeverdachte02] en getuige [getuige01] zijn in hoger beroep gehoord door de raadsheer-commissaris. [medeverdachte02] heeft verklaard dat hij contact had gezocht met ene ‘ [naam01] ’ en hem had gevraagd of hij een klus voor hem had. Deze klus betrof de overval op de [winkel01] winkel. [medeverdachte02] moest op de dag van de overval naar de woning aan de [adres02] gaan. In die woning moest hij de wapens ophalen en vandaaruit moest hij naar de [winkel01] winkel gaan. Hij kreeg in de woning de wapens van de verdachte. [medeverdachte02] en een andere jongen, die ook in de woning aanwezig was, gingen vervolgens met een snorder richting de [winkel01] winkel. [medeverdachte02] had niet aan de snorder doorgegeven waar zij naartoe moesten. De snorder had ook niet aan [medeverdachte02] en de andere jongen gevraagd waar het precies was. Nadat [medeverdachte02] en de andere jongen de overval op de [winkel01] winkel hadden gepleegd, gingen zij met de snorder richting de [adres02] . Aldaar gaf [medeverdachte02] een rugtas, die hij van de verdachte had gekregen, met daarin de gestolen telefoons aan de verdachte.
[getuige01] heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat een lange jongen hem de dag voor de overval had geappt met de vraag of hij de volgende dag om 9 uur kon komen. Het hof gaat ervan uit dat met de lange jongen de verdachte wordt bedoeld. De verdachte heeft immers verklaard dat hij voor de jongens aan wie hij de wapens had gegeven, een snorder had geregeld en betaald. De volgende dag ging [getuige01] naar de [adres02] . Daar stapten twee jongens in. De lange jongen vroeg of [getuige01] hen naar Zuid wilde brengen en typte het adres in de navigatie in. De lange jongen had ook tegen [getuige01] gezegd dat de jongens moesten worden teruggebracht.
De telefoon van [medeverdachte03] is onderzocht, nadat in eerste aanleg vonnis was gewezen. Op die telefoon is in de map “Chats” een groepschat van 16 april 2021 aangetroffen tussen [medeverdachte03] , een contact met de naam “ [naam02] ”, met het telefoonnummer van de verdachte, en een onbekend gebleven persoon. In deze chat werd door [medeverdachte03] een bijlage van een andere chat met een zekere “ [naam03] ” gestuurd. In deze bijlage schrijft “ [naam03] ”: ‘Nee die losse zitte in die lades En die veel stuks staan op de grond in 2 soms 3 grote [winkel01] dozen daar zitten allemaal gesealde in.’ “ [naam02] ” nam, nadat deze bijlage was gestuurd, deel aan het whats appgesprek en zei onder andere: “Je komt met spaanse mannen”.
Het hof is van oordeel dat op grond van voornoemde feiten en omstandigheden het niet anders kan dan dat de verdachte wist dat er een overval op de [winkel01] winkel zou worden gepleegd. Het hof acht de verklaring van de verdachte – dat hij slechts de instructie heeft gekregen de wapens af te leveren, dat hij de bijlage in de chat met betrekking tot de [winkel01] winkel niet heeft gezien, dat in de woning niet is gesproken over de overval en dat hij niet het adres in de navigatie van de snorder heeft ingetypt – ongeloofwaardig. Het is niet aannemelijk dat de verdachte de bijlage in het chatgesprek niet heeft gezien, nu hij ook zelf, na het versturen van de bijlage, heeft deelgenomen aan het chatgesprek. [medeverdachte03] was, gelet op de chatgesprekken op zijn telefoon, op de hoogte van de overval en was ook aanwezig in de woning toen de verdachte de wapens aan [medeverdachte02] en [medeverdachte01] gaf. Het hof acht het dan ook niet aannemelijk dat in de woning van de verdachte niet is gesproken over de overval. Daarnaast constateert het hof dat [getuige01] heeft verklaard dat de verdachte het adres in zijn navigatie heeft ingetypt en dat [medeverdachte02] heeft verklaard dat de snorder niet aan hem en de andere jongen vroeg waar zij heen moesten. Gezien die combinatie van omstandigheden acht het hof de verklaring van [getuige01] dan ook betrouwbaar en gaat het ervan uit dat de verdachte aan de snorder het adres heeft doorgegeven van de winkel die [medeverdachte02] en [medeverdachte01] vervolgens hebben overvallen.
Het hof kwalificeert de rol van de verdachte als medeplegen. Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit dient dan van voldoende gewicht te zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Het hof stelt vast dat de verdachte, gelet op de in de telefoon van [medeverdachte03] aangetroffen chatgesprekken, betrokken was bij de voorbereiding van de overval. De verdachte heeft zijn woning ter beschikking gesteld voor het leveren van de wapens waarmee de overval is gepleegd. Hij heeft de wapens aan [medeverdachte02] en [medeverdachte01] gegeven, die hierna met het door de verdachte geregelde vervoer richting de [winkel01] winkel zijn gegaan en de overval hebben gepleegd. De verdachte heeft aan de snorder het adres gegeven waar [medeverdachte02] en [medeverdachte01] naartoe moesten worden gebracht. Na de overval zijn [medeverdachte02] en [medeverdachte01] teruggereden naar de woning van de verdachte aan de [adres02] , waar [medeverdachte02] een rugtas met daarin de gestolen telefoons aan de verdachte heeft overhandigd. Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan. De bijdrage van de verdachte is naar het oordeel van het hof van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Het hof acht daarmee het onder 1 primair ten laste gelegde bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 17 april 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer01] en [slachtoffer02] (beiden werkzaam en aanwezig in winkel [winkel01] , (filiaal [adres01] ) heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid telefoons die aan de [winkel01] toebehoorden, door (in voornoemde winkel)
- vuurwapens aan voornoemde [slachtoffer01] en [slachtoffer02] te tonen en voor te houden en te houden in de richting van voornoemde [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en
- voornoemde [slachtoffer01] en [slachtoffer02] (aldus) te dwingen, althans te bewegen om een deur en een kluis te openen en voornoemde telefoons in een tas te stoppen en
- tegen voornoemde [slachtoffer01] en [slachtoffer02] te zeggen: “Schiet op” en “Blijf hier” en “Ik wil dozen, vullen, vul deze tas” en “Blijf in deze ruimte”;
2.
hij op 17 april 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een gaspistool van het merk Walther, type P99, kaliber 9 mm P.A.K. en
- een gasrevolver van het merk Record, model Chief '4", kaliber 9mm Rand Knal
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver of pistool
en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm Knal en
- vijf patronen van het merk Walther, kaliber 9mm Rand Knal
voorhanden heeft gehad
en
hij op 17 april 2021 te Amsterdam een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een gaspistool van het merk Zoraki, model 917, kaliber 9mm P.A.K.
zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool,
en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm Knal en
(aangetroffen in een pand, gelegen aan/bij de [adres02] )
- 32 patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm Knal en
- 44 patronen van het merk Walther, kaliber 9mm Rand Knal,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen onder 1 primair en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het volwassenenstrafrecht wordt toegepast en dat de verdachte voor het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, medewerking verlenen aan het verkrijgen van een passende dagbesteding, inzicht geven in zijn financiën en een contactverbod met de medeverdachten.
De raadsvrouw heeft in het kader van een strafmaatverweer aangevoerd dat dit hof in enkele zaken voor soortgelijke feiten aanzienlijk lagere straffen heeft opgelegd. Indien een voorwaardelijk strafdeel wordt opgelegd, heeft de verdediging verzocht geen enkelband als bijzondere voorwaarde op te leggen. De voorlopige hechtenis dient zo spoedig mogelijk te worden opgeheven.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan afpersing in vereniging en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdachte heeft, terwijl hij een enkelband droeg en verbleef in een instelling voor begeleid wonen, twee minderjarigen een gewapende overval laten plegen op een [winkel01] winkel, waarbij meerdere iPhones zijn buitgemaakt. Hij heeft de minderjarigen voorzien van vuurwapens en heeft het vervoer richting de plaats van de overval geregeld. Dit zijn zeer ernstige feiten. Het is een feit van algemene bekendheid dat de slachtoffers van dit soort misdrijven nog langdurig nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. De verdachte en zijn mededaders hadden slechts hun eigen geldelijk gewin voor ogen. De verdachte heeft hiermee blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor het eigendomsrecht van anderen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 maart 2023 is hij eerder voor vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld. Ten tijde van de onderhavige feiten liep de verdachte in een proeftijd van een voorwaardelijke veroordeling van de kinderrechter van 22 februari 2018. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden wederom strafbare feiten te plegen. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Het hof heeft acht geslagen op het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 8 oktober 2021, opgesteld door [deskundige01] . Uit het reclasseringsadvies volgt dat een reclasseringstoezicht met voorwaarden de meest passende oplossing is voor het beperken van risico’s. De reclassering adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen, nu er geen mogelijkheden zijn tot pedagogische beïnvloeding. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen, zinvolle dagbesteding, inzicht geven in financiën, contactverbod met de medeverdachten en een locatiegebod met een elektronisch controlemiddel. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de deskundige [deskundige01] het reclasseringsadvies bevestigd. Daarbij heeft zij toegelicht dat de reclassering een enkelband noodzakelijk acht voor het gefaseerd resocialiseren.
De verdachte was ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten 21 jaar oud en dus meerderjarig. Het hof is met de advocaat-generaal en de deskundige [deskundige01] van oordeel dat er geen aanleiding bestaat het jeugdstrafrecht toe te passen. Het hof zal daarom toepassing geven aan het volwassenenstrafrecht.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden. Het hof zal aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de reclassering geadviseerd en ook door de rechtbank opgelegd, waaronder een enkelband. Het hof acht ook die voorwaarde noodzakelijk in het kader van gefaseerd resocialiseren na detentie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Verbeurdverklaring
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe. Nu het bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot deze voorwerpen, is het hof van oordeel dat zij dienen te worden verbeurd verklaard.
15. 1 STK Sporttas (Omschrijving: g6048599, zwart, merk: Diadora);
16. 1 STK Rugzak (Omschrijving: g6048602, grijs);
17. 1 STK Trainingsbroek (Omschrijving: g6048605, blauw, merk: nike);
18. 1 STK Vest (Omschrijving: g6048609, blauw);
19. 1 STK Handschoen (Omschrijving: g6048629, zwart).
Onttrekking aan het verkeer
Het hof is van oordeel dat de hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Het bewezenverklaarde is met betrekking tot deze voorwerpen begaan en zij zijn van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
1. STK Gas Revolver (Omschrijving: G6048447, Record Chief);
2. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048448);
3. 1 STK Gaspistool (Omschrijving: G6048450, Zoraki);
4. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048452);
5. 1 STK Gaspistool (Omschrijving: G6048453, Walther);
6. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048454);
7. 2 STK Patroon (Omschrijving: g6048458);
10. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048461);
11. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048462);
14. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048465, umarex).
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, die aan de verdachte toebehoren, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte onder 1 en 2 begane feiten aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Nu deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, zullen deze worden onttrokken aan het verkeer.
8. 2 STK rookgranaat (Omschrijving: G6048250);
12. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048463, umarex);
13. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: G6048464, umarex).
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Het hof is van oordeel dat het hierna te noemen en nog niet teruggegeven voorwerp dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende:
9. 1 STK “Wapendoos” (Omschrijving: g6048460, iphon). [1]

Vordering van de benadeelde partij [winkel01] B.V.

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.930,00, bestaande uit materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering hoofdelijk wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in diens vordering te verklaren.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks € 1.930,00 aan materiële schade heeft geleden. De verdachte en zijn mededader(s) zijn tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte en/of zijn mededader(s) wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich binnen 3 werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres03] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zich laat behandelen door De Waag Nederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • verblijft in [instelling] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • verplicht is om zijn medewerking te verlenen aan het verkrijgen van een passende dagbesteding voor minstens 26 uur per week en zichzelf voldoende inspant om deze te behouden;
  • inzicht geeft in zijn financiën, waarbij hij zijn medewerking verleent aan het treffen van betalingsregelingen, ook als dit betekent meewerken aan budgettering en/of schuldhulpverlening;
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [medeverdachte01] ( [geboortedatum02] -2005), [medeverdachte03] ( [geboortedatum03] -2002) en [medeverdachte02] ( [geboortedatum04] -2004) voor de duur van de gehele proeftijd, of zoveel korter als het Openbaar Ministerie nodig vindt;
  • zich houdt aan een locatiegebod. Het locatiegebod zal worden gecontroleerd door middel van een elektronisch controlemiddel. Als de einddatum detentie bekend is zal de reclassering te zijner tijd een vervolgplek moeten onderzoeken alvorens de veroordeelde kan worden aangesloten aan de Elektronische Controle. De reclassering wenst tijdig door de opdrachtgever geïnformeerd te worden over een eventuele einddatum detentie in onderhavige zaak. Daarbij heeft de veroordeelde een aaneengesloten blok van 12 uur tot maximaal 17 uur ter invulling van zijn activiteiten (sport, hobby's, school, werk, behandeling), zoals met de reclassering wordt afgesproken. Op dagen zonder dagbesteding is dat 2 uur. In de weekenden heeft de veroordeelde een aangesloten blok van 4 uur vrij te besteden. Een en ander zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zich gedurende de proeftijd niet bevindt in een straal van 500 meter rondom het adres [adres01] (plaats delict), [adres01] . De veroordeelde werkt mee aan Elektronische Controle op dit locatieverbod. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder de toestemming van de reclassering, omdat het voor de Elektronische Controle nodig is dat betrokkene in Nederland blijft.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
15. 1 STK Sporttas (Omschrijving: g6048599, zwart, merk: Diadora);
16. 1 STK Rugzak (Omschrijving: g6048602, grijs);
17. 1 STK Trainingsbroek (Omschrijving: g6048605, blauw, merk: nike);
18. 1 STK Vest (Omschrijving: g6048609, blauw);
19. 1 STK Handschoen (Omschrijving: g6048629, zwart).
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Gas Revolver (Omschrijving: G6048447, Record Chief);
2. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048448);
3. 1 STK Gaspistool (Omschrijving: G6048450, Zoraki);
4. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048452);
5. 1 STK Gaspistool (Omschrijving: G6048453, Walther);
6. 1 STK Patroon (Omschrijving: G6048454);
7. 2 STK Patroon (Omschrijving: g6048458);
8. 2 STK rookgranaat (Omschrijving: G6048250);
10. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048461);
11. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048462);
12. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048463, umarex);
13. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: G6048464, umarex);
14. 1 STK Wapenkoffer (Omschrijving: g6048465, umarex).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
9. 1 STK Wapendoos (Omschrijving: g6048460, iphon).
Vordering van de benadeelde partij [winkel01] B.V.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [winkel01] B.V. ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.930,00 (duizend negenhonderddertig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [winkel01] B.V., ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.930,00 (duizend negenhonderddertig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 29 (negenentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 17 april 2021.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. R.A.E. van Noort en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 april 2023.
mrs. Van Noort en Kwak zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

Voetnoten

1.Het hof gaat ervan uit dat dit voorwerp geen wapendoos betreft, maar een van de aangetroffen iPhone dozen. Op de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 18 april 2021 staat bij goednummer PL1300-2021079498-6048460 immers als merk/type ‘Iphone’ vermeld.