Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
Agreement of shared ownerschip, met bijbehorend addendum van 6 juli 2017 (verder: de overeenkomst). Volgens dit addendum is [verzoekster] is voor 91% eigenaar van het instrument en [verweerder] voor 9%.
3.Beoordeling
origineelof een
behoorlijk gewaarmerkt afschriftvan deze overeenkomst overlegt. Vaststaat dat [verzoekster] dat niet heeft gedaan. Het hof zal hieraan echter geen consequenties verbinden op grond van het volgende. [verweerder] heeft het bestaan en de inhoud van de arbitrageovereenkomst niet betwist. Er bestaat daarom geen aanleiding om aan het bestaan en/of de inhoud van de onderhavige arbitrageovereenkomst te twijfelen. Het hof merkt ten slotte nog op dat op de (enkele) niet-naleving van artikel IV lid 1 aanhef en sub b van het Verdrag van New York geen sanctie staat. Waar het om gaat is of het bestaan en de inhoud van de arbitrageovereenkomst kunnen worden vastgesteld door de rechter aan wie de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis wordt gevraagd en dat is hier het geval.
Bezwaren van [verweerder] ten aanzien van de inhoud en motivering van het arbitrale vonnis
Bezwaren van [verweerder] tegen de procesgang bij de arbiter
Bezwaren van [verweerder] tegen de door het scheidsgerecht opgelegde proceskostenveroordeling
advocaatkosten, onkosten en belastingen’, CAD 42.685,75 aan ‘
honorarium voor het scheidsgerecht en toepasselijke belastingen’en CAD 3.957,84 aan ‘
kosten voor de zitting, onkosten en belastingen’, in totaal neerkomend op CAD 222.663,69 (zijnde ruim € 150.000,00). [verweerder] stelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en in strijd met de goede procesorde dat hij zulke hoge proceskosten moet betalen. De hoogte van deze kosten staat niet in verhouding tot de tijd die in redelijkheid aan de kwestie zou mogen worden besteed en heeft daardoor een punitief karakter.