Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 juli 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer01] heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal met kracht en/of met gebalde vuist in/op/tegen de nek, de neus, het gezicht en/of het hoofd van voornoemde [slachtoffer01] te slaan en/of te stompen;
hij op of omstreeks 15 juli 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van een wettelijk voorschrift, te weten artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, tot ongewenst vreemdeling was verklaard OF terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000
Bewijsoverwegingen
ten tijde van het tenlastegelegdenog altijd een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormde, voordat tot een bewezenverklaring van een op artikel 197 Sr toegesneden tenlastelegging kan worden gekomen. Deze verplichting volgt echter niet uit het bepaalde in de Terugkeerrichtlijn, noch uit enige andere bepaling van Europees of nationaal recht in het geval van een onderdaan van een derde land. Dit volgt ook niet uit het door de raadsman aangehaalde arrest van de Hoge Raad. Weliswaar ging het in die zaak om een derdelander, maar deze had – zo nam de Hoge Raad tot uitgangspunt – een aan zijn familieband met zijn echtgenote ontleend verblijfsrecht in een andere EU-lidstaat.
Bewezenverklaring
hij op 15 juli 2021 te Amsterdam [slachtoffer01] heeft mishandeld door eenmaal met gebalde vuist tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer01] te stompen.
hij op 15 juli 2021 te Amsterdam als vreemdeling heeft verbleven terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vorderingen tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur
89 (negenentachtig dagen).