ECLI:NL:GHAMS:2023:2168

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
23-002929-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis politierechter

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 31 oktober 2022. De verdachte, geboren in 2000, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 4 september 2023 heeft de raadsman van de verdachte per e-mail aan het hof laten weten dat er geen grieven meer zijn tegen het vonnis. Dit impliceert dat de verdachte zijn eerder ingediende bezwaren intrekt. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek in de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters N.E. Kwak, R.P. den Otter en A.W.T. Klappe aanwezig waren. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002919-22
datum uitspraak: 4 september 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 31 oktober 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-223536-20 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2000,
adres: [adres01] .
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 september 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis. Op 21 november 2022 is door de verdediging een appelschriftuur ingediend waarin bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Op 4 september 2023 heeft de raadsman het hof per e-mail laten weten dat er geen grieven meer zijn aangaande het hoger beroep. Het hof begrijpt hieruit dat de verdachte de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren intrekt. Ook daarnaast is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak. Het hof zal de verdachte om deze reden, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.E. Kwak, mr. R.P. den Otter en mr. A.W.T. Klappe, in tegenwoordigheid van mr. R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 september 2023.