ECLI:NL:GHAMS:2023:2194
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- R.M. Troost
- G.W. Brands-Bottema
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling van de moeder met de minderjarige vastgesteld indien de moeder in Turkije blijft wonen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige, [minderjarige]. De moeder, die in Turkije woont, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2022, waarin het gezamenlijk gezag over [minderjarige] werd beëindigd en de vader met het eenhoofdig gezag werd belast. De ouders zijn in 2014 getrouwd en hebben samen [minderjarige] gekregen, die in 2017 is geboren. De ouders zijn na hun huwelijk in Nederland gaan wonen, maar de moeder heeft [minderjarige] sinds de zomer van 2021 in Turkije. De vader heeft in Nederland een verzoek tot echtscheiding ingediend en heeft ook een verzoek tot teruggeleiding van [minderjarige] gedaan, omdat hij meent dat er sprake is van internationale kinderontvoering. Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de verzoeken kennis te nemen, ondanks de woonplaats van [minderjarige] in Turkije. Het hof heeft geoordeeld dat het gezamenlijk gezag niet in stand kan blijven vanwege de vertrouwensbreuk tussen de ouders en het belang van [minderjarige]. De vader is belast met het eenhoofdig gezag, en de omgangsregeling is aangepast. Indien de moeder in Turkije blijft wonen, zal [minderjarige] gedurende de vakanties bij de moeder verblijven, met een verdeling van 2/3 van de vakantieweken bij de moeder en 1/3 bij de vader. De verzoeken van de moeder om kinderalimentatie en partneralimentatie zijn afgewezen, en het hof heeft geoordeeld dat er niets te verdelen valt op basis van de huwelijkse voorwaarden.