ECLI:NL:GHAMS:2023:2195
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- R.M. Troost
- G.W. Brands-Bottema
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Vaststelling gewone verblijfplaats minderjarige en dwangsom bij afgifte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verblijfplaats van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, woont in Turkije, terwijl de vader, verweerder, in Nederland verblijft. De ouders zijn in 2014 getrouwd en hebben samen een kind, [minderjarige], geboren in 2017. Na de echtscheiding in mei 2023 heeft de vader het eenhoofdig gezag over [minderjarige] verkregen. De moeder heeft in februari 2023 hoger beroep ingesteld tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam, waarin onder andere de afgifte van [minderjarige] aan de vader werd bevolen op straffe van een dwangsom. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover het de ingangsdatum van de dwangsom betreft, maar heeft de overige onderdelen van de beschikking bekrachtigd. De dwangsom is vastgesteld op € 2.500,- per dag, met een maximum van € 50.000,-. Het hof heeft bepaald dat de ingangsdatum van de dwangsom veertien dagen na betekening van de beschikking is. De moeder heeft het verzoek tot afgifte van [minderjarige] niet uitgevoerd, wat heeft geleid tot deze juridische procedure. De zaak is complex door de internationale aspecten en de betrokkenheid van de Raad voor de Kinderbescherming.