ECLI:NL:GHAMS:2023:2431

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
23-000951-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verkeersdelicten

Op 14 april 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 maart 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die is veroordeeld voor het overtreden van artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994. De feiten vonden plaats op respectievelijk 22 en 23 april 2020 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Ten aanzien van de overtreding van artikel 62, bord A 1 van bijlage I, is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en 15 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor 2 maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen. Voor de overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 56 uren en 28 dagen hechtenis.

Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen, waaronder een gevangenisstraf van 2 weken en taakstraffen die samengevoegd zijn tot een taakstraf van 30 uren, te vervangen door 14 dagen hechtenis. De uitspraak van het hof is een belangrijke stap in de rechtsgang en benadrukt de ernst van verkeersdelicten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-118290-20 en 96-057497-18 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-000951-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
14 april 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
verblijfadres: [adres]

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 62, bord A 1 van bijlage I, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
feit 1:
op 22 april 2020 te Amsterdam;
feit 2:
op 23 april 2020 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 62 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 9, 22c, 22d, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 176, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
56 (zesenvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
28 (achtentwintig) dagen hechtenis.
Gelast in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 juni 2018 met parketnummer 96-057497-18, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren, een
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2018, parketnummer 96-065680-17, te weten van (samengevoegd) een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
NB de vordering tenuitvoerlegging onder parketnummer 96-065680-17 bestaat uit twee voorwaardelijk opgelegde taakstraffen, beide voor de duur van 15 uren te vervangen door 7 dagen hechtenis. De tenuitvoerlegging van beide voorwaardelijk opgelegde taakstraffen onder voornoemd parketnummer wordt gelast en ten behoeve van de executie zijn beide taakstraffen hiervoor samengevoegd tot een taakstraf voor de duur van 30 uren, te vervangen door 14 dagen hechtenis.
Gewezen door mr. T. de Bont, in bijzijn van mr. A. Ivanov, griffier.
mr. T. de Bont