In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldwitwassen, waarbij hij betrokken was bij een geval van bankmedewerkerfraude. De aangever, slachtoffer van deze fraude, had geld overgemaakt naar de bankrekening van de verdachte, die zijn pinpas en pincode ter beschikking had gesteld aan een onbekende persoon. Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien de omstandigheden, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de bedragen niet voor legitieme doeleinden werden gebruikt, maar afkomstig waren uit een misdrijf. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de primair tenlastegelegde feiten, maar achtte het subsidiair tenlastegelegde bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van 20 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd uitgevoerd. Het hof benadrukte de ernst van het delict en de impact op het vertrouwen in het financiële verkeer.