In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van mishandeling die plaatsvond op 4 december 2022 te Alkmaar. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling. De rechtbank had eerder op 3 februari 2023 een vonnis gewezen, waartegen de verdachte in hoger beroep is gegaan.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en 60 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis kan worden omgezet indien de taakstraf naar behoren wordt verricht. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die bestaat uit zowel materiële als immateriële schade. De totale schadevergoeding bedraagt €764,99, waarvan €14,99 materieel en €750,00 immaterieel.
De benadeelde partij is voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, wat betekent dat zij in dat geval haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. Het hof heeft ook de verplichting opgelegd aan de verdachte om aan de Staat een bedrag te betalen ten behoeve van het slachtoffer, en heeft de aanvangsdatum van de wettelijke rente vastgesteld op 4 december 2022. De duur van de gijzeling is bepaald op maximaal 15 dagen, maar deze heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat niet op.