ECLI:NL:GHAMS:2023:2673

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
23-000515-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 24 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de verdachte die op 5 november 2022 in Amsterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 2 onder C van de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter, gewezen op 15 februari 2023, vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast is er een teruggave gelast van een in beslag genomen bedrag van 325,30 EUR aan de verdachte. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast zijn de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-022151-23
parketnummer hoger beroep : 23-000515-23
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 24 oktober 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 februari 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen:
geboren: op [geboortedatum01] 1987 te [geboorteplaats01] ([geboorteland])
adres: [adres01] .

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Gepleegd op 5 november 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- 325,30 EUR - PL1300-2022237151-6258605.
Gewezen door mr. R.A.E. van Noort, in bijzijn van A.C. Vermeijden, griffier.
mr. R.A.E. van Noort