ECLI:NL:GHAMS:2023:2675

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
23-003036-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep na afstand van rechtsmiddelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland op 11 november 2022. De verdachte had afstand gedaan van zijn recht om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de afstand van rechtsmiddelen ongeldig zouden maken. Dit betekent dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door mr. R.A.E. van Noort, in aanwezigheid van griffier mr. A.C. Vermeijden. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de procedurele regels omtrent het instellen van hoger beroep en de gevolgen van het afstand doen van rechtsmiddelen. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerder gemaakte afspraken en heeft de verdachte derhalve niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-291343-22
parketnummer hoger beroep : 23-003036-22
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 24 oktober 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 november 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen:
geboren: op [geboortedatum01] 1994 te [woonplaats01] ( [geboorteland01] )
adres: [adres01] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

In het aantekening mondeling vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 november 2022 is vermeld dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht tegen het onderhavige vonnis hoger beroep in te stellen. Van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot het oordeel dat de gedane afstand niet kan gelden als afstand op grond van artikel 381, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is niet gebleken.
Op grond van het vorenstaande zal het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het tegen het onderhavige vonnis ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. R.A.E. van Noort, in bijzijn van mr. A.C. Vermeijden, griffier.
mr. R.A.E. van Noort