In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 november 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een jeugdige verdachte, geboren in 2004. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 11 november 2021 was uitgesproken. Tijdens de zitting op 9 november 2023 werd het onderzoek in hoger beroep gehouden, maar bleek dat het onderzoek niet volledig was. Er waren rapportages opgesteld door een psychiater en een GZ-psycholoog, die wezen op een lichte verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een normoverschrijdende gedragsstoornis. De deskundigen adviseerden een PIJ-maatregel, maar in een latere rapportage werd geconcludeerd dat de verdachte niet meer voldeed aan de criteria voor een normoverschrijdende gedragsstoornis.
Het hof heeft ook kennisgenomen van recente rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming en de William Schrikker Jeugdbescherming, waarin een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken werd vastgesteld. Gezien de ernst van de verdenking en het strafblad van de verdachte, achtte het hof het noodzakelijk om nader onderzoek te laten verrichten naar de geestesvermogens van de verdachte. Het hof heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en een nadere rapportage te laten opstellen door de eerder genoemde deskundigen. De zaak is verwezen naar de vaste raadsheer-commissaris, en de oproeping van betrokken partijen is bevolen voor een nog nader te bepalen zitting.