In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 25 januari 2023 was gewezen. De verdachte is beschuldigd van een overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 7 april 2021 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 8 juli 2022 onder CJIB-nummer [nummer] eveneens vernietigd.
Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €500,00, te betalen in 10 termijnen van €50,00. Daarnaast is er een hechtenis van 10 dagen opgelegd, die bij gebreke van betaling en verhaal kan worden vervangen door geldboetes. De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen, wat betekent dat de uitspraak van het hof definitief is. De beslissing van het hof is genomen door mr. R.P. den Otter, in bijzijn van de griffiers D.M.M. Linskens en mr. Z. Hoshmand.