ECLI:NL:GHAMS:2023:3537
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in hennepkwekerijzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 december 2021. De zaak betreft een vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit. Het openbaar ministerie had gevorderd dat de betrokkene een bedrag van € 32.292,44 zou betalen aan de Staat ter ontneming van dit voordeel. De politierechter had eerder een bedrag van € 24.000,00 opgelegd aan de betrokkene.
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting in hoger beroep op 28 november 2023 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de betrokkene een bedrag van € 25.033,89 zou betalen. De verdediging heeft echter betoogd dat de betrokkene geen voordeel heeft genoten uit de hennepkwekerij. De betrokkene verklaarde dat hij geen financieel voordeel had ontvangen en dat een andere persoon, aangeduid als '[partij01]', de kwekerij had gefinancierd.
Het hof heeft de verklaring van de betrokkene als aannemelijk beschouwd en heeft geoordeeld dat er geen wederrechtelijk voordeel is verkregen. Daarom heeft het hof de vordering tot ontneming van het vermeende voordeel afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan door de vordering tot betaling aan de Staat af te wijzen. Dit arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters van de meervoudige strafkamer.