In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, een overbuurman van de aangeefster, is beschuldigd van belaging. Hij heeft gedurende een bepaalde periode ongeveer twintig brieven bij de aangeefster bezorgd, die dwingende en soms dreigende inhoud hadden. Daarnaast heeft hij haar meermalen op straat aangesproken en bij haar aangebeld. Ook heeft hij ongevraagd een ponypack cocaïne bij haar bezorgd. Deze gedragingen hebben geleid tot een situatie waarin de aangeefster zich niet meer veilig voelde in haar eigen straat.
Het hof heeft de opgelegde straf en maatregel van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf van tachtig uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, met een contactverbod van twee jaar. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de aangeefster in overweging genomen. De verdachte heeft opdringerig en vreesaanjagend gedrag vertoond, wat heeft geleid tot een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster. Het hof heeft de straffen bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en heeft daarbij ook gekeken naar vergelijkbare zaken.
De beslissing van het hof is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 285b, dat betrekking heeft op belaging. Het hof heeft de maatregel van contactverbod opgelegd om de aangeefster te beschermen en haar persoonlijke vrijheid te waarborgen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.