ECLI:NL:GHAMS:2023:3764
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 mei 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de verdachte in haar hoger beroep. De verdachte was eerder door de politierechter veroordeeld voor het spuiten van graffiti op een metrostel, met een gevangenisstraf van tien dagen als gevolg. De politierechter had de zaak op 8 augustus 2022 behandeld, maar de verdachte had pas op 18 oktober 2022 hoger beroep ingesteld, wat buiten de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen viel. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte de Nederlandse taal niet voldoende beheerst en dat zij bijstand had van een beëdigde tolk in de Spaanse taal. De advocaat-generaal concludeerde dat de verdachte niet ontvankelijk verklaard moest worden in haar hoger beroep, omdat de dagvaarding in persoon was betekend en de verdachte niet tijdig had gereageerd. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting bij de politierechter en dat zij pas na ontvangst van de uitspraak hoger beroep had ingesteld. Het hof oordeelde echter dat de politierechter niet in strijd met het EVRM had gehandeld door de zaak bij verstek te behandelen. Uiteindelijk verklaarde het hof de verdachte niet-ontvankelijk in haar hoger beroep, met de mogelijkheid voor de verdachte om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen tegen deze uitspraak.