ECLI:NL:GHAMS:2023:659

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
23-001299-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak in diefstalzaak met betrekking tot sporttas

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarbij de verdachte op 16 september 2020 was vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten. De verdachte, geboren in 1998 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarbij hij onder andere was vrijgesproken van diefstal. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak, conform artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien hiertegen geen hoger beroep openstaat.

Tijdens de zitting op 28 februari 2023 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte voor de diefstal van de sporttas van de aangever, die in deze zaak centraal staat, zou worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast werd gevorderd om de tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde strafdelen in andere zaken af te wijzen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor zover aan zijn oordeel onderworpen bevestigd, en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen de vrijspraak.

De uitspraak van het hof is gedaan door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De beslissing is openbaar uitgesproken, maar de jongste raadsheer en de griffier waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen. Dit arrest is een bevestiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de verdachte niet werd veroordeeld voor de diefstal.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001299-22
datum uitspraak: 14 maart 2023
TEGENSPRAAK (raadsvrouw gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 september 2020 in de strafzaak onder de parketnummers 10-701008-20 en 10-266684-19, (TUL) en 10-690061-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Rotterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 tenlastegelegde (ten aanzien van de diefstal van de sporttas van de aangever [aangever] ) zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van het voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd de afwijzing van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde strafdelen in de zaken met parketnummers 10-266684-19 en 10-690061-18.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. F.A. Hartsuiker en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van
mr. C.E. Dongelmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 maart 2023.
De jongste raadsheer en griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.