ECLI:NL:GHAMS:2023:661

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
23-000336-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake diefstal en wapenbezit met stroomstootwapen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2022. De verdachte, geboren in 1996 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg vrijgesproken van twee tenlastegelegde feiten, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak in eerste aanleg. De tenlastelegging omvatte diefstal door middel van valse sleutels en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een taser, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal. De advocaat-generaal had een geldboete van €700,00 en 14 dagen hechtenis geëist. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €700,00 en 14 dagen hechtenis, met inachtneming van de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft het hof beslist over de in beslag genomen voorwerpen en de vordering van de benadeelde partij, waarbij de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in de vordering tot schadevergoeding.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000336-22
datum uitspraak: 21 februari 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-188003-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1996,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 primair en
2 subsidiair is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is (voor zover in hoger beroep nog aan de orde) tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 juni 2021 tot en met 29 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere geldbedrag(en), in elk geval (telkens) enig geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door (telkens) met een – tevoren gestolen dan wel zonder stemming of instemming van de rechthebbende in gebruik genomen – bankpas (ING, op naam van rekeninghouder voornoemde [benadeelde partij01] ) (een) PIN betalingstransactie(s) te verrichten bij een of meer betaalautomaten en/of bij een of meer winkels voor de aanschaf van (een) goed(eren) door (telkens) deze bankpas(sen) en/of vervolgens de pincode(s), welke een unieke combinatie met het nummer op voornoemde bankpas vorm(en), in te toetsen waarna de aldus gedane betaling(en) telkens ten laste van voornoemde(n) [benadeelde partij01] is/zijn gekomen;
3.
hij op of omstreeks 13 juli 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 5º van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht te weten een taser voorhanden heeft gehad;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep eveneens verzocht om de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrij te spreken. Hij heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat uit de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen niet blijkt dat de verdachte uiterlijke gelijkenissen vertoont met de dader die op de camerabeelden is te zien. Het signalement is te algemeen.
Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat de herkenning van de verdachte op de camerabeelden van de [winkel01] door de politie onvoldoende betrouwbaar is. Op de camerabeelden zijn onvoldoende onderscheidende uiterlijke kenmerken van de verdachte waar te nemen zodat niet kan worden uitgesloten dat de dader op de camerabeelden een ander is dan de verdachte. Op grond van het voorgaande heeft het hof niet de voor een bewezenverklaring vereiste mate van overtuiging bekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder 1 is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Overweging met betrekking tot feit 3

De advocaat-generaal heeft tot bewezenverklaring gerekwireerd.
De raadsman heeft zich ten aanzien van dit feit aan het oordeel van het hof gerefereerd, nu verdachte dit feit heeft bekend.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
3.
hij op 13 juli 2021 te Amsterdam, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 5º van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, te weten een taser, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen onder 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van 700,00 euro, subsidiair 14 dagen hechtenis.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep primair verzocht in geval van een bewezenverklaring van feit 3 rekening te houden met het feit dat de verdachte 48 dagen in voorlopige hechtenis heeft gezeten en, gelet hierop, een geldboete van 700,00 euro op te leggen met aftrek van het voorarrest. Subsidiair heeft de raadsman verzocht een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen op te leggen met aftrek van het voorarrest, hetgeen betekent dat de verdachte niet opnieuw van zijn vrijheid zal worden benomen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. Het ongecontroleerde bezit van een dergelijk wapen brengt in het algemeen een ernstig risico voor de veiligheid van personen mee, nu dit gepaard kan gaan met het plegen van zware geweldsdelicten of de dreiging daarmee. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van dergelijke voorwerpen.
Het hof heeft bij de op te leggen straf acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting, daarin is als uitgangspunt voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen vermeld dat een geldboete opgelegd kan worden.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Beslag

Onder de verdachte zijn in beslag genomen:
  • een stroomstootwapen (g6078571), patroon (g6078573) en projectiel (g6078574);
  • een Samsung-telefoon (g6078815);
  • een Audi-sleutel (g6078819).
De rechtbank heeft het stroomstootwapen, patroon en projectiel onttrokken aan het verkeer verklaard en de teruggave aan de verdachte van de Samsung-telefoon en de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van een Audi-sleutel gelast.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd de beslagbeslissing van de rechtbank te bevestigen.
Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een stroomstootwapen, patroon en projectiel, aan de verdachte toebehoren. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het onder feit 3 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en/of de wet.
De onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven Samsung-telefoon moet worden teruggegeven aan de verdachte.
Aangezien de in beslag genomen Audi-sleutel is aangetroffen ter gelegenheid van het onderzoek ter zake van een op de verdachte rustende verdenking, niet aan de verdachte toebehoort, zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van dit in beslag genomen goed gelasten.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.931,26. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.474,38. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf zijn gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 700,00 (zevenhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
een stroomstootwapen (g6078571), patroon (g6078573) en projectiel (g6078574).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een Samsung-telefoon (g6078815).
Gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een Audi-sleutel (g6078819).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.W.T. Klappe, mr. D. Radder en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. C.E. Dongelmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 februari 2023.