ECLI:NL:GHAMS:2023:891

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 januari 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
23-002665-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na intrekking door verdachte

Op 6 januari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 29 september 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1982, die thans gedetineerd is. Tijdens de zitting op 6 januari 2023 heeft de advocaat-generaal de vordering gedaan om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op een e-mail van de raadsman van de verdachte, waarin werd aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenste te handhaven. De verdachte had zijn bezwaren tegen het eerdere vonnis niet langer willen aanhouden, en de intrekking van het hoger beroep was niet meer mogelijk omdat het onderzoek ter terechtzitting al op 15 november 2022 was begonnen. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een verder onderzoek rechtvaardigde. Daarom is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002665-22
datum uitspraak: 6 januari 2023
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 september 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-234958-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1982,
adres: [adres01] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] te [plaats01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 januari 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens een e-mailbericht van 4 januari 2023 van de raadsman van de verdachte wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Intrekking van het hoger beroep was niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op 15 november 2022 was aangevangen. Het hof leidt uit het e-mailbericht van de raadsman af dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven en dat hij het hof verzoekt hem niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Gelet hierop en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte, gehoord de advocaat-generaal, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. S.M.M. Bordenga en mr. S. Jongeling, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 januari 2023.