Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
4 (vier) maanden hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1969 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 27 oktober 2022. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf. Deze gevangenisstraf, opgelegd voor de duur van vier maanden, is omgezet in een taakstraf van 240 uren. Het hof heeft overwogen dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit, maar heeft hem het voordeel van de twijfel gegeven. De verdachte heeft aangegeven baat te hebben bij reclasseringstoezicht, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om de gevangenisstraf om te zetten. Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf gelast. De beslissing is genomen na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 5 april 2023, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De rechters I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en R.A.E. van Noort waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.