ECLI:NL:GHAMS:2023:936

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
200.319.993/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van bewind na vernietiging van opheffing door het hof

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter. De rechthebbende, geboren in 1981, had in 2022 verzocht om opheffing van het bewind dat was ingesteld wegens verkwisting en problematische schulden. De kantonrechter had dit verzoek afgewezen, maar op 15 oktober 2022 werd het bewind opgeheven. De rechthebbende ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende geen opheffing van het bewind wenste, maar dat er een andere bewindvoerder moest worden aangesteld. De rechthebbende had inmiddels een nieuwe bewindvoerder gevonden, [informant 1] en [informant 2], die bereid waren het bewind over te nemen. Het hof oordeelde dat de omstandigheden waren veranderd, met name de verslechterde gezondheid van de rechthebbende, en dat het bewind nog steeds noodzakelijk was. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en het bewind hersteld, waarbij Goedhart Amsterdam B.V. als bewindvoerder werd ontslagen en de nieuwe bewindvoerder werd benoemd. De jaarbeloning voor de nieuwe bewindvoerder werd vastgesteld op € 1.611,-.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.319.993/01
zaaknummer rechtbank: 9808126 EB VERZ 22-4728 (BM 17650)
beschikking van de meervoudige kamer van 25 april 2023 in de zaak van
[de rechthebbende ] ,
wonende te [plaats A] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. J.A. Neslo te Almere,
Het hof heeft als belanghebbenden aangemerkt:
- Goedhart Amsterdam B.V. (hierna te noemen: Goedhart),
- [belanghebbende 1] ,
- [belanghebbende 2] , en
- [belanghebbende 3] .
Het hof heeft als informant aangemerkt:
- [informant 1] en [informant 2] beschermingsbewind (hierna te noemen: [informant 1] en [informant 2] ).

1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank

Het hof verwijst voor het verloop van de procedure bij de rechtbank naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 13 oktober 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2.De procedure in hoger beroep

2.1
De rechthebbende is op 2 december 2022 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.
2.2
Het hof heeft daarnaast ontvangen een e-mailbericht van de zijde van de rechthebbende van 9 maart 2023 met bijlagen.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 15 maart 2023 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
- de advocaat van de rechthebbende, en
- Goedhart, vertegenwoordigd door [X] en [Y] .
De rechthebbende, [belanghebbende 1] , [belanghebbende 2] , [belanghebbende 3] en [informant 1] en [informant 2] waren, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet aanwezig.

3.De feiten

3.1
De rechthebbende is geboren [in] 1981 te [plaats A] . De rechthebbende is de zoon van [belanghebbende 1] en de broer van [belanghebbende 2] en [belanghebbende 3] .
3.2
De kantonrechter heeft op 17 november 2015 over de goederen die rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren bewind ingesteld wegens verkwisting/het hebben van problematische schulden, met benoeming van Finance Care Bewindvoering tot bewindvoerder.
3.3
De kantonrechter heeft op 22 december 2021 Finance Care Bewindvoering ambtshalve ontslagen en Goedhart benoemd tot opvolgend bewindvoerder.
3.4
De kantonrechter heeft op 17 februari 2022 het verzoek van rechthebbende tot opheffing van het bewind afgewezen, omdat er sprake was van een problematische schuldenlast en ook omdat onduidelijk was of rechthebbende zou worden aangemerkt als gedupeerde van de toeslagenaffaire.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter op (schriftelijk) verzoek van de rechthebbende en op het verzoek van Goedhart het bewind opgeheven met ingang van 15 oktober 2022. De kantonrechter heeft daarnaast de mondelinge verzoeken van de rechthebbende om ontslag van Goedhart en benoeming van een opvolgend bewindvoerder afgewezen.
4.2
De rechthebbende verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, zo begrijpt het hof, [informant 2] , van het kantoor [informant 1] en [informant 2] Beschermingsbewind te Almere, te benoemen tot opvolgend bewindvoerder.

5.De motivering van de beslissing

Wettelijk kader
5.1
Op grond van artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 BW kan de bewindvoerder door de rechter ontslag worden verleend met ingang van een door deze te bepalen dag, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden.
5.2
Op grond van artikel 1:449 lid 2 BW kan de rechter het bewind opheffen, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken.
Standpunten
5.3
De rechthebbende heeft naar voren gebracht dat hij geen opheffing van het bewind wilde, maar dat een andere bewindvoerder het bewind zou gaan uitvoeren. Hij voelde zich door de bewindvoerder van Goedhart niet begrepen. Tijdens de procedure bij de kantonrechter was besproken dat hij op zoek zou gaan naar een andere bewindvoerder. Dat is hem toen niet op tijd gelukt, maar inmiddels heeft hij [informant 1] en [informant 2] bereid gevonden om het bewind op zich te nemen. Ook is inmiddels de gezondheid van de rechthebbende behoorlijk verslechterd en is het nog belangrijker dat zijn financiële zaken worden geregeld door een bewindvoerder.
5.4
Goedhart heeft verteld dat zij bereid zijn om het bewind over te dragen aan een andere bewindvoerder. Het bewind is voor Goedhart niet meer uitvoerbaar, vanwege de slechte communicatie en moeizame verhouding met de rechthebbende. De rechthebbende heeft echter wel bewind nodig.
Beoordeling door het hof
5.5
Op het moment van de bestreden beschikking was het bewind niet meer uitvoerbaar voor Goedhart. De rechthebbende had geen vertrouwen in Goedhart. Het lukte Goedhart niet om de rechthebbende te spreken, omdat de rechthebbende de afspraken afzegde of niet nakwam. Daarnaast kreeg Goedhart signalen dat de rechthebbende zwarte inkomsten had waarin geen inzicht kon worden verkregen. Door de verstoorde verhouding tussen de rechthebbende en Goedhart was de situatie niet meer werkbaar. Ondanks dat de rechthebbende daar gelegenheid voor heeft gekregen, heeft hij niet tijdig een andere bewindvoerder bereid gevonden om het bewind over te nemen.
5.6
Inmiddels is de situatie veranderd. De lichamelijke gezondheid van de rechthebbende is verslechterd. Vanwege zijn gezondheidsproblemen was hij niet in staat op de zitting te komen. Zijn advocaat heeft toegelicht dat de rechthebbende een aandoening aan zijn ogen heeft en dat zijn zicht achteruit gaat. De rechthebbende heeft geen overzicht over zijn financiën en heeft daardoor veel stress. Inmiddels is de rechthebbende door zijn aandoening niet meer goed in staat begrijpelijke berichten te sturen. Daardoor is de rechthebbende nog minder in staat om zijn financiën te beheren. De rechthebbende heeft inmiddels een andere houding ten aanzien van het bewind en is bereid om samen te werken met een nieuwe bewindvoerder. Ook heeft de rechthebbende – anders dan tijdens de procedure bij de kantonrechter – inmiddels een bewindvoerder bereid gevonden om het bewind over te nemen.
5.7
Het hof is het met de rechthebbende en Goedhart eens dat de gronden voor het bewind nog steeds aanwezig zijn. De rechthebbende heeft problematische schulden en is nog steeds niet in staat zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Het bewind is dan ook nog steeds noodzakelijk. Inmiddels is er een bewindvoerder – [informant 1] en [informant 2] – die bereid is het bewind uit te voeren. Omdat de rechthebbende met [informant 1] en [informant 2] niet de verstoorde verhouding heeft die hij met Goedhart had, is voortzetting van het bewind zinvol. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter om het bewind op te heffen daarom vernietigen. Daardoor herleeft het bewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan rechthebbende.
Het hof zal Goedhart ontslag verlenen per 15 oktober 2022. Goedhart heeft per 15 oktober 2022, de door de kantonrechter vastgestelde opheffingsdatum, zijn werkzaamheden beëindigd en rekening en verantwoording afgelegd. Het hof zal [informant 1] en [informant 2] benoemen als bewindvoerder met ingang van de dag na deze beschikking.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
verstaat dat het bewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende herleeft;
ontslaat met ingang van 15 oktober 2022 Goedhart Amsterdam B.V. als bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende;
benoemt met ingang van de dag na heden [informant 2] , van [informant 1] en [informant 2] Beschermingsbewind te Almere, tot bewindvoerder;
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast op € 1.611,-, overeenkomstig artikel 3, lid 2, sub b. van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
draagt de ontslagen bewindvoerder op om alle voor de opvolgend bewindvoerder benodigde gegevens zo spoedig mogelijk over te dragen;
bepaalt dat de griffier van dit hof een kopie van deze beschikking zal zenden aan de griffier van de rechtbank Amsterdam, Sectie Kanton, ter aantekening in het Centraal curatele- en bewindregister, ook voor zover het het ontslag en de benoeming van de bewindvoerder betreft;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.F. Miedema, mr. G.W. Brands-Bottema en mr. A.R. van Wieren, in tegenwoordigheid van mr. L. Meulman als griffier en is op 25 april 2023 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.