Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- samengevat - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
(…)
subsidiair
(…)
meer subsidiairA. voor recht verklaart dat ABN Amro jegens [appellante] haar wettelijke zorgplicht heeft verzaakt zodat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellante] en uit dien hoofde schadeplichtig is jegens [appellante] ;
primair, subsdiair en meer subsidiair:ABN Amro veroordeelt tot betaling van (i) schadevergoeding nader op te maken bij staat, (ii) een voorschot op de schade van € 200.000,--, (iii) buitengerechtelijke incassokosten van € 6.775,-- en (iv) de proceskosten.
3.3. Beoordeling
- [naam 2] , destijds werkzaam bij Deutsche Bank/afdeling Risk Advisory: zij heeft op 29 december 2010 de aflossingsnota opgesteld, en kan verklaren over hetgeen in die nota is vermeld;
- notaris mr. [naam 3] : hij kan verklaren over de aflossingsnota en eventuele contacten die hij in verband daarmee heeft gehad met ABN Amro en/of Deutsche Bank;
- [naam 4] , destijds medewerker ABN Amro: hij heeft de offerte voor de herfinanciering uit gebracht en kan verklaren over de onderhandelingen met ABN Amro en Deutsche Bank ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in december 2010;
- [naam 5] , oud medewerker ABN Amro en destijds consultant bij Nash Consulting: hij kan verklaren over zijn rol als adviseur van [appellante] bij de totstandkoming van de overeenkomst in 2010.
Ter zitting in hoger beroep heeft [appellante] afgezien van het horen van Joost Meijer als getuige.
4.Beslissing
- [naam 4] , destijds medewerker ABN Amro;
- [naam 5] , oud medewerker ABN Amro en destijds consultant bij Nash Consulting;