Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 november 2020 tot en met 2 januari 2021 te Lisse en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] , door veelvuldig, althans meermalen, die [slachtoffer01] te bellen, met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
hij op of omstreeks 26 november 2020 en/of 27 november 2020 te Lisse en/of Rotterdam, althans in Nederland [slachtoffer01] meermalen, althans eenmaal, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer01] via [social media01] dreigend de woorden toe te voegen
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2020 tot en met 31 juli 2020 te Rotterdam [slachtoffer01] heeft mishandeld door haar bij haar keel te grijpen en/of (vervolgens) te knijpen en/of (met kracht) tegen een muur te drukken.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging zaak B
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen in de periode van 27 november 2020 tot en met 2 januari 2021 te Lisse en Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] door veelvuldig die [slachtoffer01] te bellen, met het oogmerk die [slachtoffer01] te dwingen iets te doen en te dulden.
hij op of omstreeks 26 november 2020 en 27 november 2020 te Lisse en Rotterdam, althans in Nederland, [slachtoffer01] meermalen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer01] via [social media01] dreigend de woorden toe te voegen
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2020 tot en met 31 juli 2020 te Rotterdam [slachtoffer01] heeft mishandeld door haar bij haar keel te grijpen en tegen een muur te drukken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer01]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het (laten) leggen van contact met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1999 te [geboorteplaats02] ;
- zich gedurende proeftijd onthoudt van het (laten) leggen van contact met [benadeelde partij01] , geboren op [geboortedatum03] 1999 te [geboorteplaats03] ;
- zich meldt bij reclassering Nederland op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en lang als zijn toezichthouder dat nodig vindt, en zich houdt aan de aanwijzingen die hem door of namens die toezichthouder worden gegeven;
- zich laat behandelen door een forensische zorgverlener zoals De Waag of door een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 6.062,39 (zesduizend tweeënzestig euro en negenendertig cent) bestaande uit € 62,39 (tweeënzestig euro en negenendertig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.