ECLI:NL:GHAMS:2023:968

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
23-001289-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van bezwaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 april 2021. De verdachte, geboren in 1981, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 31 maart 2023 heeft de advocaat van de verdachte een e-mail gestuurd waarin werd aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenste te handhaven. Dit leidde ertoe dat het hof aannam dat de verdachte zijn eerder opgegeven bezwaren had ingetrokken.

Het hof heeft vervolgens overwogen dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek van de zaak, zoals bepaald in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden.

De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting en de griffier was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in hoger beroep verduidelijkt, vooral in gevallen waar de verdachte zijn bezwaren intrekt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001289-22
datum uitspraak: 31 maart 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 april 2021 in de strafzaak onder parketnummer 10-000734-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1981,
adres: [adres01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 maart 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Uit het door de raadsman van de verdachte aan het hof gestuurde e-mailbericht van 8 maart 2023 blijkt dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Het hof gaat er dan ook van uit dat hij de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren heeft ingetrokken. Ook voor het overige is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag (zittingsplaats Amsterdam), waarin zitting hadden mr. V.M.A. Sinnige, mr. R.P. den Otter en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 maart 2023.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.