In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was aangeklaagd voor afpersing. De tenlastelegging omvatte het geweld en de bedreiging die de verdachte zou hebben gebruikt tegen het slachtoffer, waarbij hij een schaar toonde en het slachtoffer bij zijn hals vastpakte. De feiten vonden plaats op 22 augustus 2022 te Amsterdam, waar de verdachte de rugtas van het slachtoffer heeft weggenomen met geweld en bedreiging. Het hof heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld, waarbij de verklaring van het slachtoffer werd ondersteund door het aantreffen van de tas en de schaar bij de verdachte. De verdachte heeft ontkend en beweerde dat hij zelf was aangevallen door het slachtoffer, maar het hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan afpersing. De opgelegde straf was een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. Tevens werd de schaar, die in beslag was genomen, verbeurd verklaard. Het hof heeft de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf.