ECLI:NL:GHAMS:2024:114

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
23-001550-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met uitzondering van de straf in hoger beroep

Op 12 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 15 mei 2023. De zaak betreft een verdachte die in eerste aanleg was veroordeeld. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd. De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om in cassatie te gaan. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast zijn de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-041116-23
parketnummer hoger beroep : 23-001550-23
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 12 januari 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 mei 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen:
geboren: op [geboortedatum01] 1976 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] )
adres: [adres01] .

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Gewezen door mr. R.P. den Otter, in bijzijn van mr. D.M.M. Linskens, griffier.
mr. R.P. den Otter
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.