Op 26 april 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die op 23 september 2019 in Zandvoort is betrapt op het rijden onder invloed van alcohol, met een ademalcoholgehalte van 480 microgram, wat een overtreding is van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter had eerder een strafbeschikking opgelegd op 9 oktober 2019, maar het hof heeft deze vernietigd.
Het hof heeft de strafbeschikking van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, met als alternatief 10 dagen hechtenis bij gebreke van betaling. De beslissing van het hof is genomen in een enkelvoudige strafkamer, waarbij de rechters de relevante wettelijke voorschriften hebben toegepast, waaronder de artikelen 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.
De uitspraak benadrukt de ernst van rijden onder invloed en de gevolgen die dit kan hebben voor de betrokkenen. Het hof heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de eerdere strafbeschikking niet in stand kon blijven, wat leidt tot de huidige veroordeling.