ECLI:NL:GHAMS:2024:1548
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.F.E. Geerlings
- N.R.A. Meerbeek
- G.J.M. Kruizinga
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep tegen de rechtbank Amsterdam in strafzaken
Op 19 maart 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, gedateerd 18 februari 2022. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1992, zonder bekende woon- of verblijfplaats. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 5 maart 2024 gehouden, waarbij het hof ook het onderzoek in eerste aanleg heeft meegenomen, conform artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft de inhoud van het vonnis van de rechtbank bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis juist is. Het hof verenigt zich met de overwegingen van de rechtbank en bevestigt derhalve het vonnis.
De beslissing van het hof is als volgt: het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters P.F.E. Geerlings, N.R.A. Meerbeek en G.J.M. Kruizinga zitting hadden. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van 19 maart 2024, in aanwezigheid van griffier D. de Jong.