ECLI:NL:GHAMS:2024:1734

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
24 juni 2024
Zaaknummer
23-002820-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis en oplegging van gevangenisstraf in hoger beroep

Op 14 juni 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 17 oktober 2023. De zaak betreft de verdachte die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort onbruikbaar heeft gemaakt, zoals omschreven in artikel 350 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft bepaald dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Voor het overige heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, met de aanvulling dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. De uitspraak is gedaan in verstek, aangezien de verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats is.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-198669-23
parketnummer hoger beroep : 23-002820-23
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 14 juni 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 oktober 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met dien verstande dat het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegt aan de toepasselijke wettelijke voorschriften.
Gewezen door mr. M.J.A. Duker, in bijzijn van mr. M.D.M. van der Voort, griffier.
mr. M.J.A. Duker