Uitspraak
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
feit 1:
feit 1:
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
Op 14 juni 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 20 oktober 2023. De zaak betreft een verdachte die is aangeklaagd voor het rijden onder invloed en het rijden met een ingevorderd rijbewijs. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor een periode van negen maanden.
De feiten in deze zaak zijn als volgt: op 10 juni 2023 heeft de verdachte in Amsterdam een overtreding begaan van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij hij een alcoholpromillage van 820 microgram in zijn bloed had. Daarnaast heeft de verdachte op 21 juni 2023 in Amsterdam een overtreding begaan van artikel 9, zevende lid, van dezelfde wet. De toepasselijke wettelijke voorschriften zijn de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Het hof heeft bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 eerder is ingevorderd, in mindering zal worden gebracht op de duur van de bijkomende straf. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.A. Duker, in bijzijn van mr. M.D.M. van der Voort, griffier.