Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
index causa administrativa ref. [appellant]binnen drie dagen na betekening van het arrest op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000 voor iedere dag dat de Bisschop dat nalaat, met veroordeling van de Bisschop in de kosten van het geding in beide instanties.
3.Feiten
‘op andere wijze wordt voorzien in een traject van bezinning en begeleiding’.
index causa administrativa rev. [appellant](hierna; de Index) waarin 82 documenten staan opgesomd. In deze brief vraagt de Bisschop om ‘
a Rescript from the Apostolic See which seeks for a final solution in these sad circumstances, not excluded, if so concluded by this Dicastery, the declaration of loss of the clerical state with dispensation from the obligations arising from Sacred Ordination, including the obligation of celibacy for Reverend [appellant] ’.
‘Aangezien de priester de gelegenheid heeft gehad om zich te verdedigen in de diocesane fase in overeenstemming met de beschikbare documenten(…)
voorziet de procedure voor de toepassing van de speciale faculteiten I en II niet in de inzage van de verstrekte documenten of het verhoor van de priester door dit dicasterium. De geestelijke kan een nieuwe verklaring afleggen’.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
verzoek niet kan worden ingewilligd met betrekking tot de teksten met nrs 76-79’ had moeten of kunnen begrijpen dat deze mededeling van het Dicasterie een voor beroep vatbare beslissing betrof. Dat staat nergens in die brief; evenmin staat ergens vermeld waar [appellant] dan in bezwaar of beroep kan en binnen welke termijn. Daarbij kan [appellant] naar het oordeel van het hof niet worden verweten dat hij de brief van 3 juni 2024 niet als decreet heeft opgevat, waartegen op grond van de artikelen 1732-1739 beroep mogelijk is. De brief heeft niet het opschrift ‘decreet’ en ziet er ook heel anders uit dan de andere stukken die zich in het dossier bevinden, die beslissingen bevatten over de rechtspositie van [appellant] en die wel dat opschrift dragen (zie bijvoorbeeld 3.3 en 3.8).
in de inzage van de verstrekte documenten of het verhoor van de priester door dit dicasterium’(zie 3.14) . Voor wat betreft de brief van 3 juni 2024 geldt, net als hiervoor is overwogen, dat het hof niet ziet waaruit [appellant] had moeten begrijpen dat hij in de eventueel af te leggen verklaring in de procedure betreffende het wegzenden uit de clericale staat, ook bezwaar had kunnen maken of kan maken tegen de weigering tot afgifte van de stukken. Dat staat nergens. Daarbij komt dat bij een eventueel bezwaar c.q. beroep tegen de weigering tot afgifte van stukken opgenomen in die eventuele nieuwe verklaring, de beslissing op dat bezwaar c.q. beroep dan niet voorafgaand aan een beslissing in die procedure wordt verkregen, terwijl het belang bij het verkrijgen van die stukken volgens [appellant] nu juist is dat hij daarvan kennis heeft kunnen nemen ten behoeve van het door hem te voeren verweer.