In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 6 maart 2023. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer op 1 januari 2023 in Amsterdam. Het hof heeft vastgesteld dat niet met de vereiste mate van zekerheid bewezen kon worden dat de verdachte het slachtoffer tegen het hoofd heeft geschopt, waardoor de poging tot zware mishandeling niet bewezen kon worden. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging, omdat hij samen met een medeverdachte het slachtoffer op de grond gooide en meermalen tegen het hoofd en lichaam sloeg. Het hof heeft het beroep op noodweerexces verworpen, omdat de verdachte niet aannemelijk kon maken dat zijn handelen het onmiddellijke gevolg was van een hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door een eerdere aanranding. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur, waarbij het hof rekening hield met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.