ECLI:NL:GHAMS:2024:2260

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
23-002791-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijkheid verdachte in strafzaak

Op 28 mei 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 oktober 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep ging tegen een eerder vonnis, maar blijkens een e-mail van 22 mei 2024 van zijn raadsvrouw, wenste de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft en verzoekt om niet-ontvankelijkverklaring in het hoger beroep. Het hof heeft, na kennisname van de vordering van de advocaat-generaal, besloten dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Daarom is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002791-23
datum uitspraak: 28 mei 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-260210-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 mei 2024.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens een e-mailbericht van 22 mei 2024 van de raadsvrouw van de verdachte wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Het hof leidt hieruit af dat de verdachte de eerder bij hem levende bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft en dat hij het hof verzoekt hem niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Gelet hierop en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte, gehoord de advocaat-generaal, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. M.J.A. Duker en mr. D. Greven, in tegenwoordigheid van mr. E.C. van Eijck van Heslinga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 mei 2024.
mr. D. Greven is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.