ECLI:NL:GHAMS:2024:2319

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
23-000846-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie na overlijden van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 maart 2022. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op [datum] 2024 te Lelystad is overleden. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging. Het hof heeft vastgesteld dat, volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Dit leidde tot de conclusie dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Deze beslissing is genomen in de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters D.A.C. Koster, R.P. den Otter en M.J.A. Duker aanwezig waren. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van griffier M.S. Jansen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000846-22
datum uitspraak: 20 augustus 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 maart 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-175003-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1946,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 augustus 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Blijkens een informatiestaat uit de SKDB-persoon van 19 augustus 2024 is de verdachte op [datum] 2024 te Lelystad overleden. Ingevolge artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt het recht tot strafvordering door de dood van de verdachte. Hieruit volgt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.A.C. Koster, mr. R.P. den Otter en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Jansen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 augustus 2024.