ECLI:NL:GHAMS:2024:254

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
23-001104-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en gedeeltelijke vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake bijzondere voorwaarden bij ISD-maatregel

Op 30 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 27 maart 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1973, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de bijzondere voorwaarden die waren opgelegd bij de voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel). Het hof heeft vastgesteld dat de bijzondere voorwaarden die door de rechtbank waren gesteld, niet in overeenstemming waren met de feiten van de zaak. Het hof heeft de verdachte verplicht om zich gedurende de proeftijd te melden bij de GGZ Reclassering Inforsa en om mee te werken aan diagnostiek en behandeling, evenals aan de controle van middelengebruik. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte zich moet houden aan de afspraken en aanwijzingen van de reclassering en zorgverleners. Het hof heeft de bijzondere voorwaarden die door de rechtbank waren opgelegd, vernietigd en opnieuw recht gedaan, terwijl het vonnis voor het overige is bevestigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001104-23
datum uitspraak: 30 januari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 maart 2023 in de strafzaak onder de parketnummers 13-284435-22,
13-213505-22 (TUL) en 13-319132-21 (TUL) tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1973,
postadres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
16 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de bijzondere voorwaarden die door de rechtbank zijn gesteld bij de voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar, in zoverre zal het vonnis worden vernietigd, en met dien verstande dat het hof
  • overweegt dat het een feit van algemene bekendheid betreft dat Ouderkerk aan de Amstel gelegen is in de gemeente Ouder Amstel, en
  • vaststelt dat de in de bewijsmiddelen opgenomen ‘ [naam01] ’ en de in de bewezenverklaring opgenomen ‘ [naam01] ’ dezelfde persoon zijn.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigthet vonnis waarvan beroep ten aanzien van de bijzondere voorwaarden die door de rechtbank zijn gesteld bij de voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar en doet in zoverre opnieuw recht.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd blijft melden bij GGZ Reclassering Inforsa. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken een aanwijzingen die zijn toezichthouder hem geeft;
- meewerkt aan de aanvraag van een indicatiestelling door het NIFP-IFZ en aan diagnostiek en klinische behandeling voor zover geïndiceerd door het NIFP-IFZ en de daaruit voortvloeiende plaatsing in een zorginstelling, plan van aanpak en bijbehorende behandelafspraken voor de maximale duur van twaalf maanden. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- zich (in het kader van nazorg) laat behandelen door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- ( (in het kader van nazorg) verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan controle van het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Bevestigthet vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.E. Kwak, mr. W.S. Ludwig en mr. D.A.C. Koster, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 januari 2024.
mr. W.S. Ludwig is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.