ECLI:NL:GHAMS:2024:2586

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
23-002707-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtredingen van de Opiumwet, Wet wapens en munitie en Geneesmiddelenwet met gevangenisstraf van 40 maanden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1993, was eerder vrijgesproken van bepaalde tenlasteleggingen, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dat gericht was tegen de vrijspraken van de rechtbank. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden harddrugs, waaronder amfetamine, MDMA, 2C-B, cocaïne en ketamine, evenals het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank overgenomen, met uitzondering van de vrijspraak van de ketamine. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarbij het hof de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen. De verdachte had meer dan 25 kilogram harddrugs en een vuurwapen in zijn woning, wat een ernstig risico voor de samenleving met zich meebrengt. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de oriëntatiepunten voor straftoemeting en heeft geen aanleiding gezien voor strafvermindering. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002707-22
datum uitspraak: 24 april 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-288844-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1993,
thans gedetineerd in [detentieadres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw leest het hof de tenlastelegging aldus dat de onder feit 1 omschreven gedragingen in de woning aan de [adres 1] (impliciet) cumulatief zijn tenlastegelegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de onder feit 1 omschreven tenlastegelegde gedragingen in de woning aan de [adres 1] . Ook is de verdachte door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 3 is tenlastegelegd.
Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze vrijspraken geen hoger beroep open. Het hof zal daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken van de onder 1 impliciet cumulatief tenlastegelegde gedragingen in de woning aan de [adres 1] en van het onder 3 tenlastegelegde.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen, en voor zover in hoger beroep nog aan de orde, is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1.
hij, op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 22 maart 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad (onder meer):
- ( ongeveer) 14,27 kilogram amfetamine (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- ( ongeveer) 6,96 kilogram MDMA (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- ( ongeveer) 4,48 kilogram 2C-B (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- ( ongeveer) 0,13 kilogram cocaïne (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- ( ongeveer) 2,24 kilogram diverse verdovende middelen (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- een of meer hoeveelhe(i)d(en) pillen (75 en/of 157 en/of 73 en/of 41 en/of 34 en/of 65 en/of 9) en/of MDMA en/of 2C-B en/of fluoramfetamine en/of cocaïne en/of witte en/of roze en/of grijze en/of bruine poeders (in de woning aan de [adres 3] ),
althans (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende (fluor)amfetamine en/of MDMA en/of 2C-B en/of cocaïne en/of ketamine,
althans (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij, op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 22 maart 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een of meer wapen(s) en/of munitie van categorie II en/of III, te weten:
- een pistool (merk Glock, model 19, kaliber 9mm Luger) (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- een of meer (64) patronen (kaliber 9mm Luger) (in de woning aan de [adres 2] ) en/of
- een stroomstootwapen (TW-10) (in de woning aan de [adres 3] ) voorhanden heeft gehad;
4.
hij, op 30 september 2021 te Amsterdam (in de woning aan de [adres 2] ), in elk geval in Nederland, zonder registratie een totale hoeveelheid van ongeveer 31,91 kilogram, althans een of meer hoeveelheden ketamine, in elk geval een werkzame stof, als bedoeld in artikel 1, onder x.l. van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk in voorraad heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Bewijsoverweging

De raadsvrouw heeft verweer gevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte verdovende middelen, ketamine, een vuurwapen en 64 patronen opzettelijk voorhanden heeft gehad aan de [adres 2] , zodat daarvoor vrijspraak moet volgen.
Het hof verwerpt het verweer en neemt over de bewijsvoering uit het vonnis van de rechtbank onder paragrafen 4 en 5.1.2, met uitzondering van de overwegingen die betrekking hebben op de vrijspraak van het in eerste aanleg nog onder feit 1 tenlastegelegde aanwezig hebben van 31,91 kilogram ketamine.
Het aangevoerde in hoger beroep en hetgeen de getuige [getuige] op 18 januari 2024 bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard, brengen het hof niet tot een ander oordeel.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij, op tijdstippen gelegen in de periode van 30 september 2021 tot en met 22 maart 2022 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 14,27 kilogram amfetamine, 6,96 kilogram MDMA, 4,48 kilogram 2C-B, 0,13 kilogram cocaïne en ongeveer 2,24 van een materiaal bevattende MDMA en 2C-B in de woning aan de [adres 2] en ongeveer 75 pillen MDMA, 73 en 34 pillen 2C-B en een hoeveelheid wit poeder bevattende cocaïne in de woning aan de [adres 3] ;
2.
hij, op tijdstippen gelegen in de periode van 30 september 2021 tot en met 22 maart 2022 te Amsterdam, wapens en munitie van categorie II of III, te weten: een pistool (merk Glock, model 19, kaliber 9mm Luger) en 64 patronen (kaliber 9mm Luger) in de woning aan de [adres 2] en een stroomstootwapen (TW-10) in de woning aan de [adres 3] voorhanden heeft gehad;
4.
hij, op 30 september 2021 te Amsterdam in de woning aan de [adres 2] , zonder registratie een totale hoeveelheid van ongeveer 31,91 kilogram ketamine, in elk geval een werkzame stof, als bedoeld in artikel 1, onder x.l. van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk in voorraad heeft gehad.
Hetgeen onder 1, 2 en 4 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
telkens:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van voorarrest
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechtbank is opgelegd.
De raadsvrouw heeft verzocht om, in het geval het hof tot een bewezenverklaring komt, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van meer dan 25 kilogram harddrugs, meer dan 31 kilogram ketamine (zonder registratie) en een pistool met 64 patronen in de woning die hij huurde. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van harddrugs en een stroomstootwapen in de woning waar hij woonde. Hoewel het hof niet bewezen vindt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de handel in verdovende middelen, gaat het evident om handelshoeveelheden. Deze verdovende middelen zijn schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers. Bovendien gaat drugsgebruik en -handel gepaard met andere criminele feiten en geweld. Het bezit ervan is daarom verboden. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen vormt een onaanvaardbaar risico op het gebruik van het wapen en zorgt voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Deze strafbare feiten zijn zeer ernstig. In Amsterdam vinden regelmatig schietincidenten plaats waarbij nietsvermoedende voorbijgangers en bewoners een groot gevaar lopen.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft het hof gelet op de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor alleen het aanwezig hebben van meer dan 20 kilogram harddrugs, wordt als oriëntatiepunt een gevangenisstraf van minstens 36 maanden genoemd. Voor het voorhanden hebben van een vuurwapen in een woning, wordt als oriëntatiepunt een gevangenisstraf van vier maanden genoemd. Voor het in voorraad hebben van ketamine is geen oriëntatiepunt opgenomen.
Gelet op de ernst van deze feiten kan niet worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals gebleken ter terechtzitting in hoger beroep, ziet het hof geen aanleiding tot strafvermindering.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 40 maanden, zoals ook door de rechtbank is opgelegd, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Onttrekking aan het verkeer
Het onder 1, 2, 4 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de onder nummers 3 en 4 in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten het stroomstootwapen en de verdovende middelen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Teruggave
Het in beslag genomen geldbedrag, de computer en de sleutel, de nummers 1, 5 en 8 op de lijst, moeten worden teruggegeven aan verdachte.
Het in beslag genomen horloge, nummer 7 op de lijst, moet worden teruggegeven aan de broer van verdachte, te weten [naam] , geboren op [geboortedag 2] 1990 in [geboorteplaats 2] ([geboorteland 2]).
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
De bromfiets, nummer 6 op de lijst, moet worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende(n).

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, artikel 38 van de Geneesmiddelenwet en de artikelen 1, 2, en 6 van de Wet op de economische delicten.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak van het onder feit 3 tenlastegelegde en de onder feit 1
(impliciet) cumulatief tenlastegelegde gedragingen in de woning aan de [adres 1] .
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Stroomstootwapen (Omschrijving: PL1300-2021200498-G6165539, zwart, merk: TW- 1000);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2021200498-G6165546).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 2300 EUR - IBGN; 22-03-2022 (Omschrijving: PL1300-2021200498-G6165571);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2021200498-G6165492, apple);
  • 1 STK Sleutel (Omschrijving: PL1300-202 1200498-G6 165575).
Gelast de
teruggaveaan [naam] , geboren op [geboortedag 2] 1990 in [geboorteplaats 2] ( [geboorteland 2] ) van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2021200498-G5664445, zilverkleurig, merk: cartier).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK Bromfiets (Omschrijving: PL1300-2021200498-G5787946, PIAGGIO).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. R. Kuiper en mr. M. Vollebregt, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 april 2024.
mr. W.S. Ludwig is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.