ECLI:NL:GHAMS:2024:2588

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
23-003250-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking

Op 10 april 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in het hoger beroep van een strafzaak, ingesteld tegen een verdachte die eerder door de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank van 30 november 2023. Tijdens de zitting op 10 april 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep. Dit was het gevolg van een akte van intrekking van het hoger beroep, gedateerd 12 maart 2024, waarin de verdachte aangaf het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof oordeelde dat de intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was, aangezien het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al op 23 januari 2024 was begonnen. Gezien het feit dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de rechters R. Kuiper, W.S. Ludwig en M. Vollebregt, en griffier I. Peetoom. Het arrest werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 april 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003250-23
datum uitspraak: 10 april 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 november 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-211512-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
thans gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 april 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 12 maart 2024 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken.
Intrekking van het hoger beroep was niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op 23 januari 2024 was aangevangen. Daarom zal de verdachte, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gehoord de advocaat-generaal, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. W.S. Ludwig en mr. M. Vollebregt, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 april 2024.
mr. W.S. Ludwig is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.