Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Partiële vrijspraak
Bewijsoverweging
[website]en kort daarna volgt de eerste klant. In de periode tot 31 december 2017 blijft aangeefster in de prostitutie werken, zowel vanuit haar woning als vanuit het [hotel] hotel in [adres 2] en vanuit [club] . De verdachte beheert de advertenties, belt voor het “omhoog plaatsen” van deze advertenties en onderhoudt het contact met klanten. Als aangeefster op enig moment aarzelt is de verdachte jegens haar verbaal agressief en dreigt haar prostitutiewerk bekend te maken, ook bij haar ouders. De verdachte bedreigt haar en pleegt vernielingen in haar woning. Hij is in de omgeving van aangeefster als zij de prostitutiewerkzaamheden verricht en beheert het geld dat met de prostitutiewerkzaamheden werd verdiend. De verdachte profiteerde van het grootste gedeelte van het geld dat zij verdiende met de prostitutiewerkzaamheden.
Bewezenverklaring
Getuigenverzoeken
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 20.701,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 13.201,00 aan materiële schade (gederfde inkomsten uit de prostitutie) en, gezien aard en ernst van de normschending, tot een bedrag van € 7.500,00 aan immateriële schade. De vordering is – anders dan gesteld door de verdediging – voldoende onderbouwd en de behandeling van de vordering levert in haar totaliteit geen onevenredige belasting van het strafgeding op. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, zal worden toegewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
€ 20.701,00 (twintigduizend zevenhonderdéén euro) bestaande uit € 13.201,00 (dertienduizend tweehonderdéén euro) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.