ECLI:NL:GHAMS:2024:2971
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 21 maart 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, wat het hof heeft gehonoreerd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. W.S. Ludwig niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.