ECLI:NL:GHAMS:2024:2971

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
23-000804-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 21 maart 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, wat het hof heeft gehonoreerd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. W.S. Ludwig niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000804-22
datum uitspraak: 1 augustus 2024
VERSTEK(niet-gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 21 maart 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 15-324941-21 en 13-317000-20 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1985,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 augustus 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in zijn hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.A.C. Koster, mr. W.S. Ludwig en mr. B.E. Dijkers, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 augustus 2024.
mr. W.S. Ludwig is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.