ECLI:NL:GHAMS:2024:305

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
23-002253-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven en verschijning

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 augustus 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 2002 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft geen schriftuur houdende grieven ingediend en is niet verschenen ter terechtzitting in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat er geen mondelinge bezwaren zijn opgegeven en dat de raadsvrouw van de verdachte geen contact met haar cliënt heeft gehad. Hierdoor is er geen rechtens te respecteren belang gebleken dat onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Het hof heeft daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de terechtzitting van 8 december 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002253-22
datum uitspraak: 8 december 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 augustus 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-188965-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 2002,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 september 2023 en 8 december 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot het niet-ontvankelijk verklaren van de verdachte in het ingestelde hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven, nu de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen en zijn raadsvrouw kennelijk niet daartoe is gemachtigd aangezien zij schriftelijk heeft aangegeven geen contact te hebben met haar cliënt. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden zal het hof, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Sv, de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. D.A.C. Koster en mr. P.C. Verloop, in tegenwoordigheid van mr. Z. el Wali, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 december 2023.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.