ECLI:NL:GHAMS:2024:306
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijspraak in zaak van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 6 oktober 2021 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1984, was eerder vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Het hoger beroep was onbeperkt ingesteld, wat betekende dat het ook gericht was tegen de vrijspraak. Echter, volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat er geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof heeft de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak.
Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 8 december 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep heeft gevorderd. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de politierechter, maar heeft een bewijsmiddel vervangen door de bekennende verklaring van de verdachte, die tijdens de eerste aanleg is afgelegd. In deze verklaring gaf de verdachte aan dat hij de verbalisant goed kende en dat hij emotioneel was tijdens het telefoongesprek, waarin hij ook de naam van het slachtoffer noemde.
De beslissing van het hof was om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak en het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de vervangingen in de bewijsmiddelen. Het arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 22 december 2023.