ECLI:NL:GHAMS:2024:306

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
23-002793-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak in zaak van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 6 oktober 2021 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1984, was eerder vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Het hoger beroep was onbeperkt ingesteld, wat betekende dat het ook gericht was tegen de vrijspraak. Echter, volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat er geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof heeft de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak.

Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 8 december 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep heeft gevorderd. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de politierechter, maar heeft een bewijsmiddel vervangen door de bekennende verklaring van de verdachte, die tijdens de eerste aanleg is afgelegd. In deze verklaring gaf de verdachte aan dat hij de verbalisant goed kende en dat hij emotioneel was tijdens het telefoongesprek, waarin hij ook de naam van het slachtoffer noemde.

De beslissing van het hof was om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak en het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de vervangingen in de bewijsmiddelen. Het arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 22 december 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002793-21
datum uitspraak: 22 december 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 6 oktober 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-158514-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1984,
adres: [adres01] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door politierechter in de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 december 2023 en overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof het in het vonnis onder II opgenomen bewijsmiddel (het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 8 september 2021) vervangt door zijn bekennende verklaring, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 6 oktober 2021, inhoudende, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ken de verbalisant waarmee ik dat telefoongesprek voerde heel goed en hij zei
tegen mij dat ik [slachtoffer] onderweg heb lastiggevallen. Ik heb tijdens dat
gesprek gezegd dat ik niet achter haar aan gegaan ben met de auto, maar haar
onderweg ben tegengekomen. Ik heb ‘afmaken’ gezegd omdat [slachtoffer] mij
kapot maakt. Ik was emotioneel vol tijdens het telefoongesprek met de verbalisanten,
omdat ze mij zoveel hebben gemarteld.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. D.A.C. Koster en mr. P.C. Verloop, in tegenwoordigheid van mr. Z. el Wali, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 december 2023.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]