Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 april 2024. De verdachte, geboren in 1990, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan één maand voorwaardelijk. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de opgelegde straf vernietigd en de gevangenisstraf gematigd tot vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte is schuldig bevonden aan meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling, bedreiging, verduistering, huisvredebreuk, vernieling en diefstal, voornamelijk jegens zijn ex-vrouw en moeder. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. De verdachte heeft een zorgwekkende geschiedenis van problematiek, maar het hof heeft geconstateerd dat er enige verbetering is in zijn situatie. Daarom is besloten om de gevangenisstraf te matigen en bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder contactverboden met twee specifieke personen. Het hof heeft de reclassering opdracht gegeven om toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarden. De beslissing is genomen op de openbare terechtzitting van 4 oktober 2024.